Samenvatting I-PACE studie
Achtergrond
Snel de oorzakelijke diagnose stellen bij patiënten met neurologische infectieziekten kan erg lastig zijn voor de behandelend arts. Van de patiënten bij wie een neurologische infectie wordt overwogen, wordt die diagnose bij een
derde van de patienten ook daadwerkelijk gesteld. Het onderscheid tussen wel of geen infectie van het centrale zenuwstelsel (CZS) of tussen bacteriën of virussen als oorzaak van de infectie is vaak lastig. Met de huidige diagnostische testen lukt het bij 30-50% van de patienten niet om een zekere diagnose te stellen waardoor het lastig is de juist behandeling te kiezen. Vertraging in de start van de behandeling leidt vaak tot een slechtere prognose.
Doel van de studie
Het doel van de I-PACE is om bij meer patiënten sneller de oorzakelijke diagnose vast te stellen om zo de prognose van deze mensen te verbeteren. Met klinische gegevens en lichaamsmateriaal (bloed en hersenvocht) van patiënten bij wie een neurologische infectie wordt overwogen, proberen wij met innovatieve methoden nieuwe diagnostische tests te ontwikkelen.
Hoe is de studie opgezet?
Patiënten van alle leeftijden, <16 jaar bij de I-PACE kids en >16 jaar bij de volwassen I-PACE, waarbij
een lumbaalpunctie wordt verricht onder de verdenking van een neurologische infectieziekte kunnen
worden geïncludeerd. Voor alle deelnemende centra geldt dat bij een inclusie de overgebleven
spijtliquor opgeslagen wordt in de biobank tezamen met de klinische gegevens van de ziekte episode.
In een aantal centra wordt daarnaast extra materiaal voor de studie afgenomen, namelijk extra liquor, bloed en een keel-en rectumswab.
Brengt het onderzoek risico’s met zich mee?
Na verkrijgen van informed consent zal de overgebleven liquor opgevraagd worden. Er hoeft
geen nieuwe lumbaalpunctie voor de studie gedaan te worden. In een aantal centra wordt ook extra liquor, bloed en/of swabs afgenomen. De bloedafname zal indien mogelijk gecombineerd worden met een reguliere
afname voor reguliere zorg en bedraagt maximaal 10 ml. Bij sommige patiënten wordt 6 weken na de ziekte-episode nogmaals bloed afgenomen, om serologisch onderzoek uit te kunnen voeren.