Onderzoek spontaan liquorhypotensie syndroom
Achtergrond
Normaliter bevindt het hersenvocht zich uitsluitend in de hersenvliezen en is er een constante druk van 8-18 cm water. De hersenen drijven op het hersenvocht en het hersenvocht fungeert ook als een schokdemper voor de hersenen bij bewegingen. Soms ontstaat er een te lage druk in het hoofd als er hersenvocht weglekt in de wervelkolom. De hersenen zakken dan wat naar beneden en botsen tegen de hersenvliezen. De typische klachten hierbij zijn houdingsafhankelijke hoofdpijn. Bij gaan liggen is de hoofdpijn aanzienlijk minder en soms zelfs weg, maar bij overeindkomen is deze vaak ondragelijk. Andere klachten die kunnen optreden zijn veranderd/verminderd gehoor, visusklachten, cognitieve stoornissen, loopstoornissen en krachtverlies van de armen.
Bij patiënten met liquorhypotensie kan middels een MRI-hersenen worden beoordeeld of er tekenen zijn van intracraniële hypotensie en met een MRI-wervelkolom kan de locatie van het lek worden gezocht. De behandeling bestaat vaak initieel uit een blood patch, wat bij 50-70% van de mensen goed helpt. Als er onvoldoende effect is kan middels eenn dynamische myelografie de exacte locatie van het lek worden gevonden. Hierna kan overlegd worden met de neurochirurgie of het lek operatief gesloten kan worden. In het geval van een liquorveneuze fistel is endovasculaire behandeling soms mogelijk.
Het onderzoek betreffende liquorhypotensie is momenteel met name gericht op het opzetten van een cohort onderzoek en prognostische factoren identificeren. Lees hier meer over de LEAK biobank.